Wanneer is genoeg ook echt genoeg?
In een dossier dat inmiddels strekkende meters aan ordners vult, ontelbare uren van raden en Staten heeft gevraagd en bij vele inwoners inmiddels het vertrouwen in de rechtstaat. Wanneer is genoeg ook echt genoeg? Een vraag die met het voortgaan van de tijd steeds relevanter wordt.
De uitgangspunten van 2019 zijn nog steeds actueel. Onvoldoende duidelijk wordt wat er in 2019 nu is bereikt. Maken we waar wat we zeggen na te streven?
De clustering en prioritering wordt naast veiligheid gemaakt op basis van enerzijds geografische logica en anderzijds, minstens even zwaarwegend, vanuit sociaal-maatschappelijke samenhang. Dat is een mooie volzin, maar onduidelijk blijft wat dit concreet betekent. Graag duidelijkheid over zowel de geschetste logica als de samenhang.
Welke garanties vragen beoordelaars om weer volop inzetbaar te zijn voor het gebied zodat er eindelijk kan worden begonnen aan het beoordelen van grotere clusters? Welke inspanningen heeft het college gepleegd om dit vlot te trekken? Hoe beheerst u de andere risicofactoren die u in uw voorwoord benoemd.
Weer nieuwe normen.
De minister gaat ervan uit dat rond 1 juli 2020 een volgende aanpassing van de NPR 9998 komt. Er zullen technische en modelmatige verbeteringen worden doorgevoerd en de nieuwste KNMI-dreigingskaart op basis van de daadwerkelijke winningsniveaus zal worden ingevoegd. SodM verwacht dat deze wijziging wel grote gevolgen zal hebben voor de zwaarte van de benodigde maatregelen.
In de eerste plaats willen we opmerkingen dat we zelf hadden gekozen voor het gebruik van het woord aanpassingen in plaats van verbeteringen. De ervaring tot nu toe is dat elke verandering eerder een verslechtering is en leidt tot heroriëntatie, bijstelling en herzieningen. Welk verwacht effect heeft dit op het lokaal plan van aanpak en is niet verstandig om dit af te wachten voor we een goed plan over 2020 en volgende jaren kunnen maken.
De norm waaraan wordt getoetst (de 10-5) wijzigt dus niet, maar het beoordelingskader waarmee wordt getoetst is wel aan wijzigingen onderhevig. Al deze wijzigingen zijn technisch uitlegbaar en verklaarbaar, maar leiden tot verschillen binnen groepen en clusters. Gemeenten worden hiermee geconfronteerd en zijn genoodzaakt om deze aanpassingen te accepteren en uit te leggen aan de inwoners. Daarmee staat de maatschappelijke acceptatie ervan onder druk.
Gemeente als bondgenoot en brenger van een boodschap die niet de onze is. Dat zorgt voor een spagaat.
Hoe verhoudt het moeten accepteren van de aanpassingen zich tot fatsoenlijk overleg tussen verschillende lagen van de overheid? Hoe verhoudt dit zich tot de wens van de gemeente Midden-Groningen als bondgenoot zoals beschreven in het Kompas en collegeakkoord? Waarom nemen wij voor onze rekening dat we uitleg geven over een situatie die leidt tot verschil tussen groepen en clusters. Soms heel concreet tussen buren die binnen de grenzen van de bebouwde kom wonen en daar net buiten. Daarmee lopen we het risico dat we als gemeente niet langer worden gezien als een geloofwaardig klankbord en laatste verdedigingslinie.