“Blessed is he who expects nothing for he shall never be disappointed.”

zijkant gemeentehuisdonderdag 09 juni 2022 22:15

Het afscheid is geweest en een nieuw college staat in de startblokken. Het collegeprogramma is toegelicht. We zouden de handen kunnen schudden, het glas kunnen heffen en over kunnen gaan tot de orde van de dag. En toch doen we dat als ChristenUnie niet. Daarmee zouden we de gemeenteraad, de formerende partijen en niet in de laatste plaats onze inwoners geen recht doen.

Want er is voldoende om op terug te blikken. Inhoud om de orde van vandaag te bespreken en een blik te werpen in de toekomst.

Laten we beginnen met de terugblik.

Na de verkiezingen kwam er een duidingsdebat. Op zichzelf werden daar nog weinig inhoudelijke zaken genoemd. Er waren winnaars en er waren verliezers en er waren zelfs verliezers die op basis van verliescijfers toch nog dachten te kunnen spreken van winst. Procesafspraken over een snel vervolg werden gemaakt en de informatiefase ging snel van start. In totaal voerden wij als fractie vier gesprekken met een vertegenwoordiging van Gemeentebelangen. Na verloop van tijd kwam daar een soort proeve tot een regeerakkoord uit naar voren waarbij partijen werden uitgenodigd om inhoudelijk onderwerpen aan te leveren voor een vervolg.

Voor ons als ChristenUnie was duidelijk dat een samenwerking met BBB-LMG niet aan de orde kon zijn. Dat bleek uit de terugkoppeling zo te zijn voor alle partijen. De persoonlijke verschillen van mening waren daarbij voor ons onoverbrugbaar.

Aan het lijntje gehouden door Gemeentebelangen.

En dan blijft het een tijdje stil. Hebben we op de 28 april een raadsvergadering en wordt me na afloop duidelijk dat de heer Ploeger nog één vraag heeft. Dat kon wat mij betreft direct, maar het was naar zeggen van de heer Ploeger al wat laat dus of we daar even over konden bellen. Die afspraak was snel gemaakt, om negen uur zat ik klaar. Klaar voor een vraag die nog geen tien seconden duurde. Namelijk hebben jullie naast David de Jong ook een andere kandidaat. Het antwoord mag niet verbazen. Van begin af aan was duidelijk wie onze kandidaat was. Daarbij hadden we ook inhoudelijke redenen. Na het overlijden van Bert van Dijk en het vanwege verhuizing buiten de gemeente verlaten van de gemeenteraad door Lucy Doorn waren we als fractie weer een goed werkend team. David de Jong was bereid Jan Jakob Boersma op te volgen en deed zijn werk naar behoren. Een jaar aan het werk, dossiers tot zich genomen en vol energie om door te gaan.

Vier gesprekken lang was dat geen geheim, vier gesprekken lang was het geen onderwerp van gesprek of discussie. En dan wordt dat met een telefoontje met wat anekdotische redenen afgedaan. U zult begrijpen dat we die van die open en transparante nieuwe bestuurscultuur weinig hebben gemerkt. Back to dirty old politics. Je houdt er een rare smaak aan over.

En dan gaat het snel: BBB-LMG splits en de zaak is snel afgerond. CDA en VVD sluiten graag aan.

Gelukkig was het in die periode ook meivakantie. Een prima tijd om even de zinnen te verzetten op nieuwe gedachten te komen en de waan van de dag te vergeten. Na twee jaar was het gelukkig mogelijk om een al geplande reis naar Belfast en Dublin te maken. Vooral in die laatste plaats ligt de politiek op straat, zie je parlementariërs in de pub en komen niet onbelangrijke wijsheden je netvlies binnen. Op een van de gevels van een van de vele pubs aan de Liffey stond de treffende tekst. “Blessed is he who expects nothing for he shall never be disappointed.”[1] En veel treffender kon wat mij betreft op dat moment de aanstormende coalitie niet worden omschreven.

En dan ligt er een collegeakkoord SAMEN AAN DE SLAG! Na het uitdelen van de eerste tikken naar het verleden komen de bekende volzinnen over een andere bestuursstijl en een andere bestuurscultuur. Blijkbaar zijn dat de nieuwe modewoorden in de gemeentelijke politiek want ze komen opvallend vaak voor in andere collegeprogramma’s. Hoe dat er concreet uit ziet wordt minder duidelijk. Vraag is dan ook hoe we dit moeten zien en hoe wij dat in concreet gedrag en handelen gaan merken. Ik hoop daar straks van alle partijen die toetreden tot de coalitie meer duidelijkheid over te krijgen.

Wie verder leest zal zich al snel afvragen wat is er nu zo nieuw. De Brede welvaart is een prima manier om te kijken naar welzijn anders dan economische groei en ook de uitgangspunten de inwoner centraal, iedereen doet mee en een prettige woon-, werk, en leefomgeving maken dit programma niet uniek. Het is inwisselbaar voor elke gemeente in Nederland en ver daarbuiten. 

Maar waar de ambities dan wel zitten blijft de grote vraag. Het wordt al snel ambtelijk jargon waarin we gaan monitoren, meten en dat gaan we dan ook nog breder toepassen.

Waar het gaat om de klanttevredenheid zien we dat er nagedacht wordt om de dienstverlening naar de burger te verbeteren. Maar hoe we dat meetbaar maken en hoe en wanneer we tevreden zijn is voor ons onduidelijk.

Datzelfde geldt voor een ondernemersloket. Dat gaan we uitzoeken. Maar wat we uit willen zoeken is niet duidelijk. Waarom richten we het niet gewoon op is onze vraag.

Een goed voorbeeld van vaagtaal is de zin “Een raadswerkprogramma kan hiervoor de basis zijn waarbij de discipline om hieraan invulling te geven doorslaggevend zal zijn.” Wat wordt bedoeld, wat wordt gevraagd en wat is het effect.

Dat gebiedsregisseurs meer mandaat krijgen juichen we toe. Maar is wel bijzonder voor partijen die constant hameren op budgetrecht van de raad. Zeker wanneer we dit koppelen aan het uitdaagrecht dat verder bijzonder weinig invulling krijgt in dit collegeprogramma. De inwoner centraal mag toch meer zijn dan een politiek instrument van geld en mankracht in ondersteuning. We zien dan ook graag een onderbouwing voor deze beleidskeuze inclusief een financiële verantwoording van de plussen en de minnen.

Dat dorpshuizen een belangrijke functie vervullen onderschrijven we. Maar al snel stuiten we hier op maatwerk. Maatwerk vraagt altijd om goede afstemming en maatwerk heeft altijd het risico in zich dat het kan voelen als willekeur. Ook bij de armoedebestrijding, sport en cultuur komen we dit maatwerk tegen. Hoe maak je daar fatsoenlijk en gedragen beleid op? 

Het openbaar groen krijgt er structureel geld bij. Dat geldt ook voor kunstwerken. Prima. Dat dit een goed plan van aanpak vraagt lijkt ons evident. Maar waarom dat een andere werkwijze van de IBOR vraagt is minder duidelijk. Graag een verheldering op dit onderdeel.

Voor de aanpak van de gevolgen van de gas- en zoutwinning zien we graag wat dit college waar kan maken van de doelen die ze zich stelt. Het is nu aan hen om dit waar te maken. De dagelijkse werkelijkheid kon wel eens weerbarstiger zijn. De voorgaande coalitie werd op dit punt vaak veel verweten.

Waar het gaat om de zoutwinning is het ronduit teleurstellend. We tekenen bezwaar aan en dan houdt het wel op. Iets meer ambitie zat er blijkbaar voor de inwoners van Tripscompagnie en Kielwindeweer niet in.

Binnen het sociaal domein wordt er voortgeborduurd op bestaand beleid. Daarbij wordt de transformatie die nodig is wel weer op de lange baan geschoven. De concrete vraag is hier dan ook hoeveel tijd nemen we hier dan voor? Wanneer heeft het effect? Hoe meten we dat effect? Wanneer is het voldoende? Hoe stellen we bij?

Waar het gaat om schulden en inkomen lijken we als gemeente te gaan doen aan inkomenspolitiek. We zijn daar verbaasd over. Gemeentebelangen had het altijd over de armoedeval en voor de VVD moet dit toch haast pijn doen. Wat is er veranderd en wat is de reden om dit nu zo expliciet op te nemen?

Over het thema wonen kunnen we duidelijk zijn het is allesbehalve concreet en beperkt zich tot een opsomming van gebieden. Wat er gaat gebeuren?  Hoe Harkstede aandacht krijgt? Dat is de vraag die blijft hangen.

Het CDA heeft een geloofwaardheidsprobleem.

De Leine is nog het meest concrete punt. En dat vraagt om wat meer woorden vanuit onze fractie. In de eerste plaats hebben we openheid in de formatiefase gemist. Wat we wel kregen waren wat soundbites uit gesprekken met andere fracties. En dan heeft het CDA wat uit te leggen. Want die dachten daar nu ineens anders over dan de oude fractie. Graag een toelichting waar die verandering dan op gebaseerd is. In de tweede plaats willen we hierbij aangeven dat wat ons betreft alle gespreksverslagen die met de ChristenUnie zijn gevoerd openbaar worden gemaakt. We horen graag hoe open en transparant andere partijen zijn. Een mooie testcase voor de voorgestane open en nieuwe bestuurscultuur.

Als het gaat om de energietransitie lijken we keuzes te maken voor het hanteren van de zonneladder waar we als ChristenUnie altijd al voorstander van waren. Maar schalen we nu ook af in ons aanbod in de RES 1.0?

Over de windmolens is veel gesproken. De wijze waarop ze er zijn gekomen deugd niet. Maar ook hier is de vraag wat is er in de inzet nu anders dan die in de afgelopen jaren.

Op RO steunen we de inzet over bedrijfsterreinen. Goede herstructurering is wel eerst aan de orde voor wij toe zijn aan uitbreiding.

Met de boeren aan boord gaat het opvallend weinig over landbouw en lokaal agrarisch beleid.

De verdubbeling van de N33 krijgt prioriteit. We zijn benieuwd hoe het college dat denkt te realiseren en wat de inzet en de bijdrage gaat worden. Niet in de laatste plaats vanwege de impact van de PAS maatregelen en de gevolgen daarvan voor natuur en landbouw.

Over de landbouw wordt opvallend weinig en opvallend weinig concreet geschreven. En dat is opvallend omdat de Boer Burger Partij het aan haar stand verplicht is om toch meer ambitie en realisme aan de dag te leggen. Wanneer is de strategie gereed en kunnen we die bespreken?

Beleid uitvoeren kost altijd geld. Geld is niet gratis en het is onze dure plicht om met middelen van onze inwoners zorgvuldig om te gaan. Het verhogen van de inkomsten met de consumentprijsindex vinden we een te gemakkelijk automatisme. Zeker dit jaar zal die door inflatie, gestegen brandstof en energiekosten hoger liggen dan normaal. We zullen dit instrumentarium dan ook meewegen in de beoordeling van de financiële documenten.

Voor de besteedbare ruimte zien we dat er ook weinig te wensen is. 1,7 miljoen is minder dan een procent van onze begroting. De speelruimte voor een raadsakkoord is dan ook gering.

De andere knop is de uitgavenknop. Die wordt nu wel erg versmald tot de gemeentelijke organisatie. We wijzen op de kwalitatieve frictie die er nu al is. Berenschot was daarover duidelijk. Dat lijkt nog niet echt te zijn doorgedrongen.  Maar belangrijker nog is de vraag wie er met de gesubsidieerde instellingen worden bedoeld. Graag een volledige lijst. Want het NPG lijkt inmiddels ook niet meer de reddingsboei als aanjager van goede initiatieven.

“Blessed is he who expects nothing for he shall never be disappointed.”

Het is een citaat dat toch niet bij de ChristenUnie past. Wij zijn van nature hoopvol en realistisch. Gericht op samen werken in het belang van de inwoners van Midden-Groningen. Die steun is niet vanzelfsprekend. Vertrouwen is beschadigd. Wij gaan als fractie aan het werk in het vertrouwen dat het beste nog moet komen.



[1] Jonathan Swift Iers dichter

« Terug