'Geld aardbevingsregio komt niet op juiste plek'
Het geld dat is bedoeld voor het herstel van woningen in de Groningse aardbevingsgebieden komt vaak niet op de juiste plek terecht. Van elke euro die naar Groningen gaat, gaat 74 cent naar de uitvoeringskosten en maar 26 cent naar de versterking van woningen. Dat zegt Niels Joostens, raadslid namens de ChristenUnie in Midden-Groningen. 'We hebben het met elkaar zo georganiseerd dat het eigenlijk een heel groot circus geworden is van het rondpompen van geld en middelen.'
De Groningse gemeenteraden, de Provinciale Staten en colleges van de aardbevingsregio reageerden gisteravond samen op het rapport van de parlementaire enquêtecommissie Aardgaswinning. Daaruit bleek vorige maand dat zowel de politiek als oliemaatschappijen belangrijke signalen hebben gemist en hebben genegeerd.Wantrouwen moet weg
'We willen dat de overheid stopt met wantrouwen en begint met het geven van vertrouwen en compensatie voor het leed dat is aangedaan', zegt Joosten. De uitkomsten van de enquête zijn voor het gemeenteraadslid niet nieuw, 'maar we merken nu wel dat er iets ligt. Het staat nu zwart op wit, we hopen dat de uitkomsten van de enquête ook door de Tweede Kamer worden overgenomen. Dat verplicht hen ook om er concreet iets mee te doen.'
‘Het is eigenlijk een heel groot circus geworden’
Wat Joosten betreft gaat concrete actie verder dan alleen geld. 'Het zit ook in de houding en vertrouwen geven. We hebben het met elkaar zo georganiseerd dat het eigenlijk een heel groot circus is geworden.' Daarmee bedoelt hij dat er vooral geld wordt rondgepompt. 'Van elke euro die naar Groningen gaat, gaat 74 cent naar de uitvoeringskosten en gaat maar 26 cent naar de versterking'. Dat moet anders ingericht worden. 'Wij kunnen dat als gemeente prima zelf doen. Geef ons dat vertrouwen ook.'
Willekeur
Op deze manier komt het geld niet op de juiste plek terecht. 'Voor relatief kleine schades moet iedere keer opnieuw informatie worden aangeleverd en dat wordt weer aangevochten. En er is sprake van willekeur, de ene krijgt wel geld en de andere niet. Dat zorgt voor veel wantrouwen en voor gespannen situaties in dorpen en in wijken. Daar willen we van af.'