Aardbevingen
NPG biedt perspectief voor Groningen, maar is ook pas een begin.
Perspectief voor Groningen. Dat is waar het in het Nationaal Programma Groningen om moet gaan. Een gebied waar we best wel eens trotser op mogen zijn. Te veel en te vaak lijkt er het idee te hangen van ’t was niks, ’t is niks en ’t zal ook nooit wat worden.
Het is aan ons om dat beeld te doorbreken en er ook stelling tegen in te nemen. Ook, of misschien wel juist, als politiek en bestuur. Meer trots op een gebied, dat echt volop mogelijkheden heeft en met het startkapitaal van het NPG extra kan investeren in de toekomst voor Groningers van nu en in de toekomst.
Burgerparticipatie is voorwaardelijk.
Want voor die Groningers doen we het toch? Daarom vragen we in de zienswijze nadrukkelijk om meer dan nu burgerparticipatie tot zijn recht te laten komen. Een van de belangrijkste pijlers voor de uitwerking en realisatie van plannen is namelijk dat inwoners actief iets te zeggen hebben over hun eigen woon- en leefgebied.
Eerst een veilige woning.
Die inwoners willen vooral en eerst een veilige woning, waarvan de schade op een goede manier is opgelost, zonder dat zij moeten wachten op ellenlange procedures. Dat is een recht dat niemand hen kan en mag ontzeggen. Geld daarvoor moet dan ook absoluut niet uit het Nationaal Programma Groningen komen. Er moet een duidelijke scheiding zijn tussen geld voor de versterking en geld voor de plus op die versterking.
Sociaal economische versterking van het gebied.
Bij die plannen stellen we de sociaal economische verbetering van het gebied voorop. De plannen moeten daar dan ook vooral op gericht zijn. Daarbij moeten lokale en regionale plannen goed op elkaar worden afgestemd. Wij adviseren om de doelstellingen daarbij te toetsen aan generaties, doelgroepen en wijken en dorpen. Dit denkraam dat is ontwikkeld biedt goede aanknopingspunten om ingezette ontwikkelingen te volgen en resultaten te meten en zorgt voor goede dwarsverbindingen tussen verschillende initiatieven.
Doelstellingen zijn dan niet alleen beter te volgen, waar nodig bij te sturen en de financiële inzet te verantwoorden.
De brede welvaartsmonitor, waarbij het landelijk gemiddelde voor ons het uitgangspunt is waarnaar we streven, en waarbij we het projectmatig en programmatisch niveau van elkaar scheiden is een goed en gevalideerd instrument. Zo blijven kleinere en grotere projecten goed te volgen en kunnen ze in samenhang een plek krijgen in het grotere geheel. Op die manier hebben en houden we bovendien zicht op de kortere en langere termijn.
De zes prioriteiten van Midden-Groningen.
We prioriteren daarbij binnen het totaal aan prioriteiten de volgende zes doelstellingen. Te weten het:
- Verbeteren van de gebiedsidentiteit met respect voor de historische waarde;
- Verbeteren van de kwaliteit van de sociale leefomgeving; Bij deze doelstelling vragen we specifiek aandacht voor de sociale achterstanden;
- Versterking van het ondernemers- en vestigingsklimaat;
- Bijdragen aan meer fysiek en mentaal gezonde jaren in eigen omgeving;
- Verbeteren van de afstemming tussen onderwijs en arbeidsmarkt en vergroten duurzame inzetbaarheid mensen;
- Versterken economische structuur door investeringen en het vergroten van kansrijke innovaties, die bijdragen aan en passen bij de maatschappelijke opgaven van de regio.
Bij deze laatste doelstelling hebben we bewust “die bijdragen aan en passen bij” toegevoegd.
Vooral op de korte termijn moet voor inwoners echt zichtbaar worden dat er concreet iets gebeurt. We moeten het ook echt kunnen zien. We moeten het gaan merken. Alleen dan doorbreken we het onterechte beeld van ’t was niks, ’t is niks en ’t zal nooit wat worden.
Laten we daar als politiek en bestuur mee beginnen. Want van het beeld dat gemeenten en bestuurders in Groningen voortdurend over elkaar heen buitelen wordt echt niemand beter.
In het besef het NPG startkapitaal en niet eindkapitaal is.
Laat samen het uitgangspunt zijn. Laat de inwoner centraal staan. Doe wat nodig is voor Groningers van nu en Groningers van de toekomst.
Het programmabureau wensen we veel wijsheid toe bij het meenemen van alle suggesties en ideeën van de verschillende raden en de Staten.