NPG is een unieke kans voor Midden-Groningen. Pak die kans!

Contract tekenendinsdag 20 oktober 2020 20:00

Met behoud van de eigenheid van Groningen, de eigen identiteit van de Groningers werken aan een toekomstbestendig en leefbaar Groningen. Dat is in hele korte lijnen de doelstelling van het Nationaal Programma Groningen. Uitgangspunten waar wij ons goed in kunnen vinden. Te lang is er geen oog geweest voor de specifieke problematiek in onze gemeente en de provincie.

Groningen ontvangt daarvoor een startkapitaal van 1,15 miljard euro. We benadrukken hierin het woord startkapitaal nog maar weer eens. Extra financiering is nodig om de ambities die we hebben en de doelen die we nastreven ook te kunnen realiseren.

We moeten het NPG zien als een kans en een vliegwiel om ook echt veranderingen in gang te zetten. Veranderen van jarenlang gegroeide patronen en een ingesleten mentaliteit is moeilijk en vraagt om een inzet die feitelijk veel langer duurt dan de tijdshorizont die het NPG op dit moment biedt.

In het raadsvoorstel lezen we dat het programma bij moet dragen aan een aantal transities. Dat lijkt een verandering ten opzichte van de eerdere doelstellingen.

Het bijdragen aan de transities zijn nationale opgaven. Daar waar er samen op kan worden gewerkt en er meerwaarde ontstaat is het meenemen van de transities een goed idee. Maar het kan niet zo zijn dat wordt verwacht dat middelen van het NPG in hoofdzaak worden ingezet voor deze transities. In het programmaplan lijkt de transitie zich te beperken tot de energietransitie.

Voorkom een stroperig proces.

Na de vaststelling van het programmaplan neemt het NPG-bestuur, na inwinning van advies van een onafhankelijke beoordelingscommissie een besluit.

Dat vraagt om een duidelijk democratische legitimering. Het risico op een stroperig proces is nu wel erg groot. Daarnaast weet de gemeente het beste wat haar specifieke behoeften zijn.

- Hoe is de democratische legitimering geregeld?

- Hoe kan de raad gemotiveerd verzet aantekenen tegen een besluit van een niet gekozen NPG-bestuur?

Sluit aan bij initaitieven vanuit Toukomst.

Voor ‘Toukomst’ zijn er gelukkig veel ideeën aangedragen. Van de ruim 900 blijven er na clustering 59 over. Daarvan worden er 10 gerealiseerd. Dat is een betrekkelijk laag aantal. Het proces van Toukomst zou ook waardevolle aanvullingen kunnen bieden voor onderwerpen waar de gemeenten op inzetten.

- Is er, bij het vormgeven van het lokale deel van het NPG, rekening gehouden met de input vanuit Toukomst?

- Waaruit blijkt dit concreet?

Bij het beoogd effect lezen we dat de integraliteit moet worden bevorderd om versnippering te voorkomen.

- De grote hoeveelheid aan plannen en de diversiteit daarvan zowel in tijd als plaats heeft het risico in zich op veel versnippering.

Welke aanvullende maatregelen worden er genomen om dit risico in te perken?

Zorg ook voor werk van de toekomst.

Ten opzichte van het conceptprogramma zijn de onderdelen “samen experimenteren, creëren en innovaties” en “inzet op kansrijke ondernemingen en innovaties” niet opgenomen in het lokale programma.

We zien dit als een gemiste kans en wel om de volgende redenen: 

Belangrijk voor een goede sociaaleconomische positie van inwoners is in de eerste plaats het bieden van voldoende perspectief. Een sterk vestigingsklimaat is daarbij belangrijk.

- Dat vraagt om een betere motivering van de ingenomen standpunten.

- Innoveren en creëren is, in onze overtuiging, niet alleen voorbehouden aan het Zerniketerrein maar mag meer de regio in.

- Biedt aansluiten op de energietransitie in positieve zin geen mogelijkheden en zou dit een keuze voor opname van delen van dit programma niet alsnog rechtvaardigen.

U geeft aan een inspanningsverplichting te voelen voor extra aanvullende financiering om het hele programmaplan uit te kunnen voeren. Het zal niet zo zijn bedoeld maar het komt nu erg passief over. Als het aan ons ligt straalt u meer ambitie uit en benoem hier ook de verwachtingen richting de rijksoverheid.

- Te denken valt aan een gezamenlijke lobby bij de nieuwe kabinetsvorming.

- Waar blijft de inzet richting de EU? Volgens ons zijn daar fondsen te vinden die goed aansluiten op de doelen die we hebben verwoord in het NPG. Ook de projecten die niet direct zijn geprioriteerd passen hier goed bij.

In het lokaal programmaplan is niet in beton gegoten. Er is ruimte voor evaluatie, bijstelling en het stoppen van projecten. Vraag voor onze fractie is wie hiertoe het initiatief en het uiteindelijke besluit neemt.

In dit programmaplan worden veel infrastructurele verbeteringen voorgesteld. Deze zijn in de meeste gevallen nog niet volledig uitgewerkt. In de plannen zal nadrukkelijk een paragraaf opgenomen moeten worden voor het vervolg. Wie beheert, welke budgetten zijn daarvoor beschikbaar.  Dat geldt overigens ook voor de andere projecten; ook daarbij zal steeds moeten worden ingegaan op de consolidatie van het resultaat en het op een goede wijze borgen van de resultaten.

- Hoe denkt u dit concreet vorm te gaan geven?

In het programmaplan geeft u aan dat Midden-Groningen het grootste wateroppervlak heeft. Hoewel we begrijpen dat dit volop kansen biedt voor toerisme en watersport wijzen we er wel op dat er gemeenten in de provincie zijn met een veel groter wateroppervlak.

Het benoemen van de Geertsemaheerd als historisch gebouw dat bijdraagt aan de identiteit en het bewustzijn roept bij onze fractie gemengde gevoelens op. Eerder is die monumentale erfgoed met veel publieke middelen helemaal gerestaureerd en ook de historische slingertuin gereconstrueerd. Nadat het gebouw door de NAM is opgekocht zijn zowel het gebouw als de omgeving ernstig verwaarloosd.

Zet in op voorkomen van generatiearmoede.

In het programmaplan constateren we dat armoede van generatie op generatie wordt doorgegeven. Die constatering is niet nieuw. Vraag is wel wat we in beleid anders gaan doen. Wanneer we op dezelfde manier blijven werken blijven we houden wat we nu hebben. Kortom hoe doorbreken we die vicieuze cirkel en zorgen we voor beleid dat wel effect sorteert.

Ook hierbij geldt dat we een logische combinatie met werk van de toekomst en banen waarin werk te vinden is missen.

Zorg voor een balans tussen stedelijk en plattelandsgebied.

Een deel van de woningvoorraad is gedateerd en is onvoldoende duurzaam. De openbare ruimte is in oudere wijken en buurten vaak sleets. De inrichting sluit onvoldoende aan bij de behoeften van de bewoners. Voor oudere bewoners en bewoners met een fysieke beperking is de woonomgeving minder toegankelijk. De inrichting van de openbare ruimte is niet klimaat-robuust. 

Eerste aanzetten om dit te verbeteren zien we al in Gorecht. De wens om dit verder door te zetten begrijpen we. Wel vragen we ook aandacht voor de meer voor dorpen waarin dit soms op straatniveau aan de orde is.

Er moet worden voorkomen dat er een disbalans is in aandacht tussen aan de ene kant het stedelijke deel van de gemeenten en aan de andere kant de dorpen. Juist de dorpen liggen in het aardbevingsgebied. De plus op de versterking moet ook daar duidelijk zichtbaar zijn. Wij vragen specifiek aandacht voor de beeldvorming die zou kunnen ontstaan wanneer of in tijd of in uitvoering verschillen te nadrukkelijk optreden.

Dit geldt ook voor de aanpak van verpauperde panden. Het aanzien van een wijk of buurt wordt hier in toenemende mate door bepaald. Dat vraagt wat ons betreft ook om een veel strakkere beleidslijn en effectieve handhaving. Het kan niet zo zijn dat er door pandjesbazen wordt gespeculeerd en dat de kosten van sanering worden afgewend op de samenleving. Ook NPG-middelen zijn eindig. Het heeft niet onze voorkeur om het hier in te steken wanneer er ook andere manieren zijn om het beoogde effect te bereiken.

Ongewenste situaties bij kamerverhuur moeten sneller worden aangepakt dan de nu beoogde tien jaar. Dat moet meer prioriteit krijgen. Zeker omdat de mensen die gebruik maken van deze kamerverhuur zich vaak in een afhankelijke, dus kwetsbare positie bevinden. 

Wanneer er corporaties actief zijn vragen we ook van hen een bijdrage. Dat kan ook door hun kennis en expertise in te zetten. Bij herstructurering is het ook belangrijk om in verschillende categorieën in zowel koop als huursector te bouwen. Deze manier van werken heeft een beter effect dan een te eenzijdige opbouw in een buurt of wijk en draagt bij een de gewenste gentrificatie van het geheel.

In dit verband wijzen we er ook op dat wat ons betreft Gorecht West meer voorrang verdient. Nu we de plannen voor de fasen 4 en 5  hebben goedgekeurd en voor een deel ook al de financiering hebben geregeld lijkt het ons goed om de wijk in haar geheel aan te pakken.

- Het betreft hier een vrij breed gedragen wens bij de bespreking van het beschikbaar stellen van het krediet.

- Graag laten uitvoeren vanuit een corporatie omdat zij kennis en kunde in huis hebben. 

Waarom zou nu wel lukken wat eerder decennialang niet is bereikt. Oftewel waarom zouden inwoners nu wel geloven dat het iets gaat worden. Het lijkt bij ons Groningers te passen dat we kansen niet direct aangrijpen, vooral een wat afwachtende houding aan te nemen. Daar komt bij dat nog steeds de cultuur aan de orde is die ook in het rapport Grenzen Gunnen aan de orde kwam. Veel eerdere kansen zoals Langman leverden vooral veel bestuurlijk verschil en onderling debat op, maar brachten het gebied niet verder. Dat moeten we bij het NPG niet opnieuw hebben.

Regie op samenhang in de uitvoering is belangrijk. Hier is het wel balanceren tussen enerzijds eigenaar anderzijds meer regie. Is de gemeente bondgenoot of neemt zij over? Daarbij is voor ons ook de vraag hoe dit zich verhoudt tot de wederkerigheid die wel als een van de criteria wordt benoemd.

Ten aanzien van cultuur zien we dat de focus zich richt op de leeftijdscategorie basisonderwijs en voortgezet onderwijs.

Dit raakt wel aan de vrijheid van scholen om haar eigen onderwijs in te richten.

- Het verder uitdiepen van beoogde doelen verdient aanbeveling.

- Inbedding in het bredere buitenschoolse onderwijsprogramma is eveneens aan te bevelen. 

- Zet in op het primair onderwijs. Cultuureducatie is in voldoende mate opgenomen in de kerndoelen en vaardigheden van het VO.

Wat missen we nog....

Bij een aantal programmaonderdelen missen we de beoogde resultaten. Deze zouden we graag ingevuld willen zien voor besluitvorming.

Daarnaast missen we kansen die zich voordoen vanwege de geografische ligging van de gemeente Midden-Groningen.

- Waarom wordt er niet met meerdere partners ingezet op in A7- N33 corridor.

- Het onderwerp mobiliteit krijgt in zijn algemeenheid weinig aandacht.

- Midden-Groningen zou eenzelfde spilfunctie kunnen krijgen zoals eerder Heerenveen heeft bereikt.

- Zeker met een verdere verdubbeling van de N33 en ontwikkeling van de zeehavens van Delfzijl en vooral de Eemshaven.

- Grotere plaatsen als Bremen en Hamburg liggen even ver van ons als plaatsen in de Randstad.

Bij alle aandacht voor het industriële bedrijfsleven komt de groep agrariërs er bijzonder bekaaid af.

- Is er overleg geweest met LTO om te komen te kijken naar mogelijkheden?

- Bij het onderhoud van delen van de publieke openbare ruimte zijn er mogelijkheden om samen te werken met agrariërs. 

- Biedt het NPG geen mogelijkheden om te komen tot een sluitende aanpak van de geconstateerde problemen in de kern van Noordbroek.

Voor met name de doelen die bijdragen aan structureel goed en gezond opgroeien in een veilige en stabiele omgeving is dit is dit een lastig doel. Voor de ChristenUnie is dit een kernpunt. Een goede basis en een goede start is wat wij elke jongere gunnen.

- Hoe borgen we dit ook in de toekomst na afloop van de termijnen van 4 en soms 10 jaar?

Het lokale NPG programma heeft alles in zich om bij te dragen aan het doel: een leefbaar en toekomstbestending Midden-Groningen. Waar inwoners trost op kunnen zijn.

« Terug