Groots in kleinschaligheid. Samen leven

1.1 Dorpen en wijken


Op 1 januari 2018 vormen de gemeenten Hoogezand-Sappemeer, Menterwolde en Slochteren samen de nieuwe gemeente Midden-Groningen. Daar wordt nu al het nodige voor opgebouwd maar dat zal ook na 2018 doorgaan. Denk daarbij onder meer aan de relatie tussen gemeente en inwoners, de digitale gemeente, het beleid op het gebied van afvalstoffeninzameling, de woonvisie, invoering van de omgevingswet, de werkgelegenheid, de vergrijzing en verder bouwen aan de veranderingen binnen het sociale domein.

De menselijke maat is tegelijk ook de belangrijkste randvoorwaarde bij oplossingen die we binnen de opbouw van de nieuwe gemeente moeten kiezen. Temeer omdat er breuken zijn in de samenleving die deze maat raken. Denk aan jongeren die steeds lastiger werk vinden, terwijl ouderen hun werk niet goed volhouden. Zieken en gehandicapten staan vaak onnodig langs de lijn. Nieuwkomers voelen zich verder vaak niet welkom. Ook hoger- en laagopgeleiden raken vervreemd van elkaar. Het vraagt tijd om te werken aan het vertrouwen in onze samenleving , onderling vertrouwen en vertrouwen in de gemeente. Dit laatste betekent vooral dat inwoners zich moeten kunnen identificeren met de organisatie en het bestuur van de nieuwe gemeente Midden-Groningen. Dat de lijnen kort zijn en dat de gemeente zichtbaar bezig is met waar de inwoners zorgen over hebben. Daarvoor is het nodig dat in beleid en uitvoering de mens en zijn of haar mogelijkheden centraal staan.

Rol gemeente

Andersom moet de gemeente Midden-Groningen goed oog hebben voor de uitdagingen en problemen binnen deze gemeente. Voorkomen moet worden dat er een te grote (ook figuurlijke) afstand komt tussen inwoners, organisaties, ondernemers en de gemeente.

De nieuwe gemeente kenmerkt zich door een samenleving die bestaat uit vitale lokale gemeenschappen van inwoners in buurten, dorpen, kernen en wijken met verschillende identiteiten. Is het ene dorp maatschappelijk zeer actief, in de andere kern leven de inwoners meer hun eigen leven. Maar in elke kern of wijk kennen veel mensen elkaar, voelen velen zich verantwoordelijk voor de ander en in toenemende mate ook voor de leefbaarheid van hun (directe) omgeving. Leefbaarheid heeft daarbij samenhang met de gemeenschap (sociale relaties), economie, toegang tot voorzieningen, cultuur, gebouwde omgeving, natuur en gezondheid en veiligheid. Om die leefbaarheid verder te brengen is een veerkrachtige gemeenschap nodig. Veerkracht die in onze gemeente in ruime mate voorhanden is. Vooral door de sterke lokale economie en sterke samenhang binnen en tussen gemeenschappen. Tegelijkertijd willen deze gemeenschappen zelf keuzes kunnen maken op basis van waarden (zoals identiteit, trots, inclusie, cultuur en participatie) die passen bij die wijk of dat dorp.

Een overheid die inwoners veel ruimte biedt om verantwoordelijkheid te nemen voor samenlevingszaken (de zogenaamde participatiesamenleving) vraagt om lef. Lef om zeggenschap terug te geven aan inwoners die samen verantwoordelijk willen zijn voor hun omgeving, voor hun energievoorziening en hun onderlinge zorg. Dat is wat de ChristenUnie wil, maar dat vraagt wel een cultuuromslag. In plaats van meer regelgeving, controle en toezicht vraagt dat om een coöperatieve gemeente die vertrouwen vooraf geeft en alleen waar nodig verantwoording achteraf. Dat geeft meer ruimte voor creativiteit en professionaliteit. Daarvan wordt de gemeente beter, mooier, meer betrokken en socialer.

Omgevingswet

De omgevingswet is, na de veranderingen in het sociaal domein, de volgende grootschalige verandering die Rijk en gemeente samen aangaan. Een essentie van deze verandering is dat maatschappelijke initiatieven in de fysieke leefomgeving veel meer ruimte krijgen en waar mogelijk stimuleren en belonen. Hoe, dat is maatwerk. Dat geeft grote kansen om de zeggenschap bij inwoners te vergroten. De samenleving mag veel meer zelf gaan over de inrichting van de openbare ruimte. Het is een grote operatie die naar verwachting medio 2019 in werking treedt. Belangrijke voorwaarde voor een goede invoering is participatie. Maar deze aanpak past naadloos in de visie van de ChristenUnie waarin wij meer ruimte geven aan inwoners, meer vertrouwen geven en minder controleren. Duidelijk moet zijn dat hier veel kansen liggen en de gemeente Midden-Groningen zal in de komende bestuursperiode hierin, samen met inwoners veel moeten oppakken.

Leefbaarheid en aardbevingen

Leefbaarheid en de aardbevingen kennen een spannende relatie. Uit onderzoek van het Sociaal Planbureau Groningen blijkt dat inwoners van het aardbevingsgebied de leefbaarheid heel behoorlijk waarderen (vergelijkbaar met Nederlands gemiddelde), maar de tevredenheid over de woonomgeving is de afgelopen jaren wel gedaald als gevolg van de aardbevingen. Ruim één op de drie huishoudens in het bevingsgebied wil binnen twee jaar (misschien) verhuizen. De onzekerheid over de (on)verkoopbaarheid en het toekomstige woongenot spelen hierbij een rol. Het merendeel van de inwoners in het aardbevingsgebied voelt zich er thuis; ze ervaren het wonen als prettig, hebben hier hun sociale contacten en willen eigenlijk niet vertrekken. Tegelijk zijn veel bewoners bereid mee te denken over oplossingsrichtingen om de leefbaarheid te bevorderen.

Hiervoor is geld, veel geld nodig. Denk aan het versterkingsprogramma van de Nationaal Coördinator Groningen (NCG), de leefbaarheidssporen die gericht zijn op het in stand houden en uitbouwen van bijvoorbeeld voorzieningen in dorpen en wijken en de beoogde investeringen op het punt van energietransitie. De beschikbaarheid hiervan komt veel te laat op gang. Slechts de eerste stappen zijn gezet. Aanvullend op de huidige druk die de inwoners beleven als gevolg van de aardbevingen, betekent dit dat heel veel op de schop gaat. Niet in de laatste plaats betreft dit de eigen omgeving. Het versterkingsprogramma betekent namelijk dat dorpen en wijken langdurig te maken hebben met bouwputten. Het is dan zaak om de overlast te minimaliseren, de inwoners zo goed mogelijk te faciliteren en de sociale samenhang te waarborgen. Zoveel onzekerheid en veranderingen kunnen een zware wissel trekken op onze inwoners. Uitbreiding van winning van grondstoffen uit de bodem helpt daar niet bij. En het raakt erg veel beleidsvelden waar de gemeente een verantwoordelijkheid voor heeft.

Wat de ChristenUnie betreft zijn Rijk, NAM en CVW (financieel) verantwoordelijke voor een goede afwikkeling van schadegevallen en versterkingsopgaven.

Inwoners en gemeente zijn daarmee partners van elkaar. Voor de nieuwe gemeente biedt dat kansen om op basis van inhoud, kwaliteit, draagvlak en herkenbaarheid aanwezig te zijn in het maatschappelijk speelveld.

Concreet:

De ChristenUnie zoekt naar een goede balans tussen groot- en kleinschaligheid. De ChristenUnie wil het groter zijn van de gemeente graag combineren met meer ruimte en verantwoordelijkheden voor onze inwoners en kernen (gemeenschappen, dorpen, wijken en buurten). Daarin ziet de ChristenUnie kansen voor coöperaties vanuit de bevolking.

De mogelijkheden en ruimte die de nieuwe omgevingswet biedt moet goed benut worden. Dit betekent dat College en gemeenteraad hierover vroegtijdig met de samenleving in gesprek gaan.

Naast ruimte bieden is ondersteunen (faciliteren) minstens zo belangrijk. Omdat er met relatief weinig geld maatschappelijk veel op gang kan komen en blijven zoekt de ChristenUnie naar mogelijkheden dit met fondsen en budgetten de komende jaren te versterken en uit te bouwen.

Zonder vrijwilligers is er voor veel sociale verbanden geen toekomst. Leefbaarheid komt van onderop. Door ondersteuning en subsidiëring word vrijwilligersinzet zichtbaar gewaardeerd. Door hun inzet blijven voorzieningen overeind. Een goed voorbeeld is de wijze waarop vrijwilligers het zwembad in Meeden en Slocjhteren overeind houden. Belangrijk is dat ingespeeld wordt op de trend dat structurele vrijwilligersactiviteiten onder druk staan terwijl mensen wel beschikbaar zijn voor kortere en meer projectmatige vrijwilligersklussen.

 Ook steeds meer actieve ouderen willen zich inzetten voor vrijwilligerswerk. Tegelijkertijd is er een afname onder jongeren te zien. Generatie-overstijgende verbindingen blijven mogelijk. Daar waar   dit kan zal de gemeente dit moeten ondersteunen. Dat kan door kennis beschikbaar te stellen maar ook met kortere trajecten gericht om nieuwe vrijwilligers te laten ervaren dat het vrijwilligerswerk positief uitwerkt op hun eigen en andermans welzijn.

 Het versterkingsprogramma van de NCG laat zien dat dorpen als Overschild en Slochteren/ Schildwolde de komende jaren het eerst aan de beurt zijn en dat bijna alle woningen in meer of minder mate moeten worden versterkt. Dit gaat naast de forse impact voor de bewoners, ook veel gevolgen hebben voor de sociale samenhang en draagkracht. Dat vraagt om een programmatische aanpak. De gemeente moet daarbij met een omgevingsplan per dorp komen waarin alle beleidsvelden waar de gemeente een verantwoordelijkheid voor heeft een plek krijgen.        Nadrukkelijk moet dit plan samen met de desbetreffende dorpen worden opgesteld. Voor de tussenliggende gebieden in het buitengebied moet eveneens een omgevingsplan worden gemaakt.

Inwoners moeten altijd de mogelijkheid hebben om in persoonlijk contact te treden met de gemeente, met ambtenaren en bestuurders. Andersom geldt dit ook. Het is essentieel dat de ambtelijke organisatie en het bestuur van Midden-Groningen op de hoogte zijn van wat er speelt binnen de samenleving en dat er korte lijnen zijn. Daarbij helpt het als ambtelijke organisatie en bestuur van Midden-Groningen zo worden georganiseerd dat voor de verschillende gebieden duidelijk is bij wie zij terecht kunnen. Bijvoorbeeld in de vorm van wijk- of dorpscontactpersonen vanuit de ambtelijke organisatie en het bestuur.

 Inwoners moeten daarnaast zo veel mogelijk diensten van de overheid kunnen afnemen of communiceren met de gemeente via internet. Contact met frontoffice en/of andere ambtenaren, moet gebruikersvriendelijk zoveel mogelijk via internet kunnen. Ook moet te volgen zijn wat met een brief of aanvraag wordt gedaan, welke afdoeningstermijn hierbij hoort en wat er gebeurt als de gemeente onverhoopt niet op tijd kan reageren. De website van Midden-Groningen wordt daartoe verder uitgebouwd.

Hier hoort bij dat mensen die minder vaardig met nieuwe media zijn de gelegenheid krijgen daarmee te leren omgaan. Niet iedereen zal dat lukken, daarvoor zal de gemeente zorgen dat er andere manieren blijven om contact te hebben met de gemeente of diensten af te nemen. 

1.2 Openbare ruimte

De openbare ruimte is van ons allemaal.

Vanouds beheert de gemeente de ruimte maar dat kan ook heel goed door bewoners gedaan worden. Wanneer de bewoners het zelf doen, wordt de kwaliteit van het groen hoger en de kern leuker. De kern wordt beter onderhouden en het versterkt de sociale samenhang.

Concreet

De ChristenUnie wil dat de gemeente een niveau van onderhoud garandeert, maar dat dorpen, wijken, kernen, straten en inwoners de ruimte krijgen ook zelf bij te dragen aan beheer en   onderhoud om zo de openbare ruimte naar een niveau te brengen die zij zelf wensen.

Wanneer dorpen, wijken en buurten bijvoorbeeld in coöperatievorm de openbare ruimte zelf gaan beheren kan dat samengaan met overheveling van budgetten.

1.3 Sport, cultuur en recreatie

De ChristenUnie wil een goede balans tussen in- en ontspanning en de mogelijkheid om op zinvolle wijze alleen of samen vrije tijd te besteden.

Sport, cultuur en recreatie hebben gunstige sociale en maatschappelijke effecten. Ze zijn heel belangrijk bij het vasthouden en bevorderen van gemeenschapszin en onderlinge betrokkenheid in de samenleving. Daarnaast is het goed voor de gezondheid, dat geldt voornamelijk voor voldoende sport en beweging.

Cultuur speelt een belangrijke rol bij kennis- en waardenoverdracht maar heeft ook een gunstige invloed op het vestigingsklimaat en de ontwikkeling van onze (met name jongere) inwoners in zelfwaardering en zelfredzaamheid.

Concreet:

Sport: Er is aandacht voor ons sportbeleid en het effect daarvan op andere terreinen, met name de gezondheid. Ouderen blijven langer vitaal en gezond maar ook voor jongeren geldt dat sport en beweging helpt om gezond ouder te worden.

Cultuur, monumentenbeleid en musea: Cultuur legt de verbinding tussen verleden, heden en toekomst. Het bewaren en beschermen van objecten, gebouwen, monumenten, documenten en   gegevens uit de al dan niet lange lokale en regionale geschiedenis vindt zorgvuldig plaats.

De ChristenUnie vindt behoud van culturele basisvoorzieningen belangrijk. In de eenwording van Midden-Groningen kan cultuur een rol spelen in verbinding en samenhang. Waar mogelijk ondersteunt de gemeente initiatieven van particulieren en organisaties.

Bibliotheken: Leesonderwijs is belangrijk voor onze kinderen. Toegang tot informatie (steeds vaker digitaal) is van belang voor inwoners.        Bibliotheekvoorzieningen staan meer en meer onder druk. De ChristenUnie blijft dan ook op zoek naar manieren om deze voorzieningen op locaties in (kleinere) kernen beschikbaar te    houden. Te denken valt aan creatieve, alternatieve haal- en brengsystemen met blijvende inzet van vrijwilligers.

Gebouwen en sportvelden: Accommodaties zijn kostbaar en het is van belang dat verenigingen in redelijkheid bijdragen aan exploitatie en onderhoud. (zie verder onder paragraaf maatschappelijk vastgoed.)

Toegankelijkheid: De ChristenUnie vindt het belangrijk dat iedereen van sportieve en culturele voorzieningen gebruik kan maken. Daarom moet in het beleid van de gemeente ruim aandacht geschonken worden aan voorlichting van inwoners met een minimum inkomen zodat regelingen zo goed mogelijk gebruikt worden om sport- en cultuurdeelname mogelijk te maken.

 Meer openbare sportmogelijkheden kunnen helpen om sport breder toegankelijk te maken, maar dat mag niet ten koste gaan van (ondersteuning van) sportverenigingen.

Recreatie: Midden-Groningen kent een aantal prachtige gebieden met fiets-, vaar-, wandelen/of hardlooproutes. De regio biedt kansen op het gebied van recreatieve groene en blauwe structuren. Met ondernemers, regionale en bovenregionale partners willen wij die kansen graag verder uitwerken en benutten. Daarbij ziet de ChristenUnie vooral een rol voor de gemeente als verbinder.

1.4 Afvalbeleid

De ChristenUnie wil goed omgaan met de aarde en de grondstoffen die zij ons biedt.

Wij geloven dat we de aarde hebben gekregen en dat we er zuinig op moeten zijn. Daar varen we allemaal wel bij, net als toekomstige generaties. Steeds meer inwoners zijn heel actief bezig met het werken aan een beter milieu. Mensen wekken duurzame energie op en zijn bewust bezig met hun huisvuil. Wij willen dat de gemeente deze initiatieven ondersteunt en stimuleert.

Ondertussen heeft de gemeente ook de taak om zelf ambities te hebben om te werken aan een beter milieu.

Concreet:

Iedere dag produceren we afval. In dat afval zitten waardevolle grondstoffen die niet verloren mogen gaan. Beter kunnen we afval zien als grondstof. We moeten naar een circulaire economie.

Als afval goed wordt ingezameld kunnen de grondstoffen worden aangeboden voor hergebruik. De te kiezen methode van afvalinzameling in Midden-Groningen is wat de ChristenUnie betreft de wijze waarop het best wordt voldaan aan deze doelstelling, ook al is dat duurder.

Huishoudens die minder afval produceren, mogen daarvoor beloond worden.

Ook als gemeente willen we daarin het goede voorbeeld geven. Dat begint met het opstellen van een visie en doelen met een goede (lokale) samenwerking. De ChristenUnie maakt zich er sterk voor dat de komende periode te realiseren.

Er is en blijft ruimte om wijken, kernen en verenigingsleven te betrekken bij vormen van afvalinzameling (zoals oud papier) en dat uit te breiden naar andere vormen van afvalinzameling  (bijvoorbeeld blik).