Gemeente als bondgenoot
4.1 Vrijheid
De ChristenUnie kiest in haar programma voor een samenleving met hoop en perspectief gebaseerd op menselijke waardigheid, gelijkwaardigheid, vrijheid, naastenliefde, verdraagzaamheid en zorg voor de schepping. Waarin de toekomst van onze kinderen centraal staat. Een samenleving waarin iedereen meetelt en waarin we vrij, veilig en in vrede met elkaar kunnen leven.
In Nederland is veel om dankbaar voor te zijn, we leven in een welvarend land met vrijheid, goede zorg en een gezonde rechtsstaat. In 2015 waarderen Nederlanders, zo blijkt uit onderzoek van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), de tevredenheid met hun leven gemiddeld met een 7,8. Daarmee staat Nederland op de vijfde plek in de Europese Unie.
De ChristenUnie gelooft in een samenleving die gebaseerd is op naastenliefde. Mensen zijn geschapen als sociale, creatieve en verantwoordelijke wezens. Uit de vrijheid die we van onze Schepper hebben gekregen volgt verantwoordelijkheid tot Hem, ons zelf, onze naasten en de wereld.
De overheid beschermt en respecteert de vrijheid.
4.2 Dienstverlening
De ChristenUnie staat voor een overheid die betrouwbaar, transparant en herkenbaar is en die daarmee het vertrouwen van de inwoners waard is.
De ChristenUnie verwacht niet alles van de overheid, maar ook niet van de markt. Overheid en samenleving zijn bondgenoten. De overheid stimuleert en ondersteunt mensen om hun eigen kracht of samen-redzaamheid in te zetten. De gemeente is in veel gevallen het eerste of meest nabije en concrete contact van een inwoner met de overheid en heeft als belangrijke taak de kracht die al aanwezig is in de samenleving te versterken.
Bij de ChristenUnie staat de overheid naast mensen, denkt mee, stimuleert en ondersteunt waar nodig. Dat vraagt vaak om maatwerk: de een heeft die ondersteuning sneller nodig dan de ander. Ook vraagt dat een opstelling van inwoners waarin zij verantwoordelijkheid nemen voor hun eigen handelen en – samen met anderen en de overheid – hun verantwoordelijkheid in de samenleving oppakken.
Concreet:
De ChristenUnie staat voor een benaderbare gemeente en gemeentebestuur.
Dat begint met voor ieder heldere aanspreekpunten en korte lijnen (wijkmanagers, teamleiders groenbeheer) in de gemeentelijke organisatie. Zij kunnen vragen doorgeven en indien wenselijk helpen met kennis of op andere manieren ondersteunen.
Verder betekent een benaderbare gemeente vooral goede bereikbaarheid en communicatie, van social media, tot de balie. De ChristenUnie wil werken aan een klantvriendelijke, begrijpelijke overheid die zaken niet onnodig ingewikkeld maakt maar waar mogelijk zelfs eenvoudiger.
De dienstverlening gebeurt steeds meer digitaal, maar de ChristenUnie vindt het ook belangrijk dat inwoners zelf een keuze hebben op welke manier zij geholpen worden (digitaal, telefonisch of aan de balie) en waar er geen keuze meer is, moeten zij ondersteund kunnen worden.
Voor wat betreft het bestuur (college van B & W) verdient het aanbeveling dat deze in de gemeente Midden-Groningen wonen. De ChristenUnie wil wel ruimte houden voor maatwerk in dit verband.
4.3 Maatschappelijk vastgoed, voorzieningen
De nieuwe gemeente Midden-Groningen heeft veel gebouwen, ook wel maatschappelijk vastgoed. Een groot deel daarvan is verouderd. Zaak is om goed in beeld te hebben wat we hebben, waar het voor gebruikt wordt en of het wenselijk is de gebouwen te behouden, te vernieuwen of er afscheid van te nemen. Uitgangspunt daarbij is de afweging welke functie het gebouw heeft, door wie en waarvoor het gebruikt wordt en wat de rol, taak en verantwoordelijkheid van de gemeente daarin is.
Concreet:
Gebouwen zijn kostbaar en het is van belang dat gebruikers in redelijkheid bijdragen aan exploitatie en onderhoud. Goed inzicht in bestaande gebouwen, behoeften aan voorzieningen en een (financiële) meerjarenplanning zijn belangrijk. Daarbij past een transparante wijze van verhuur aan gebruikers en indien wenselijk een subsidierelatie tussen gebruiker en gemeente.
De ChristenUnie wil ook stimuleren dat de gebruikskosten van gebouwen en straatverlichting omlaag gaan door in te zetten op lagere energielasten en verduurzamen van de gebouwen.
De gemeente heeft een open houding richting initiatieven van inwoners, vooral wanneer die het algemeen belang op het oog hebben zoals op het gebied van duurzaamheid, zorg, lokale economie of dorps-/wijkbeheer. Hierin past een overheid die meedenkt en ondersteunt.
De ChristenUnie ziet graag dat de overheid, samenleving en markt gezamenlijk de schouders eronder zetten om voorzieningen te behouden die niet meer (alleen) door de gemeente in stand kunnen worden gehouden. Een voorbeeld kan de instandhouding van een kleine school zijn. De gemeente kan hierin een faciliterende rol hebben om verbindingen te leggen, respectievelijk expertise in te brengen om ouders te ondersteunen hierin. Voor wat betreft kleinere dorpen en kernen is een goede balans tussen voorzieningen voor jong en oud belangrijk.
4.4 Financiën
Van de gemeente verwachten wij dat zij een betrouwbare, goede rentmeester is van de beschikbare middelen.
Als gevolg van de invoering van de Participatiewet, de nieuwe Jeugdwet en de omvorming van de AWBZ richting uitbreiding WMO en Wet Langdurige Zorg (WLZ) (de zogenaamde decentralisatie van het sociaal domein) hebben gemeenten er de afgelopen tijd veel meer taken bij gekregen. Dit ging samen met een ingrijpende bezuinigingsoperatie van het Rijk op dit zelfde takenpakket. Daarbij kwam dat veel van de overige rijksbezuinigingen ten tijde van het kabinet Rutte 2 voor een groot deel bij de gemeenten is belegd.
Dit geeft veel druk op de gemeentelijke financiën. Meer dan ooit moet de gemeentelijke overheid zich ervan bewust zijn dat de middelen worden opgebracht door de hele samenleving. Alle inwoners betalen mee, hetzij via de afdracht van de rijksoverheid, hetzij via de OZB (Onroerende Zaak Belasting).
Meer doen met minder geld vraagt in de visie van de ChristenUnie vooral om duidelijk keuzes te maken en prioriteiten te stellen.
Concreet:
Het begint allemaal met het inzichtelijk maken in de begroting en jaarrekening welke prestaties voor de beschikbare financiën worden uitgevoerd en zijn gerealiseerd en wat de maatschappelijke meerwaarde is.
De ChristenUnie heeft als uitgangspunt dat uitgaven alleen geraamd worden als zeker is dat daar ook de inkomsten tegenover staan. Een realistische begrotingsbeleid.
De ChristenUnie vindt het erg belangrijk dat de begroting sluitend en meerjarig robuust is, met voldoende reserves om de risico’s te kunnen opvangen.
De ChristenUnie vindt dat de belastingdruk in Nederland erg hoog is. Het gemeentebestuur moet zich terughoudend opstellen waar het gaat om het verhogen van de lastendruk voor de inwoners.
De ChristenUnie is voorstander van een groter belastinggebied (meer belastingmogelijkheden voor gemeente met tegelijkertijd afname van de rijksbelastingen) voor gemeenten. Daarbij is het van belang dat de totale belastingdruk voor de inwoners niet toeneemt en er oog is voor verschillen tussen gemeenten in sociaal-economisch opzicht. Met name voor gemeenten in sociaal-economische zwakkere regio's is er de zorg dat verruiming van het belastinggebied voor gemeenten nadelig voor hen uitpakt.
Kwijtschelding van belasting(en) en heffingen blijft mogelijk wanneer de financiële draagkracht van inwoners daartoe aanleiding geeft. Het kwijtscheldingsbeleid is een belangrijk onderdeel van het beleid in de strijd tegen sociaal isolement en armoede.
Financiële ondersteuning van maatschappelijke activiteiten is een hulpmiddel om de leefbaarheid te versterken. Omdat we ook stevig inzetten op zelfredzame en leefbare wijken, dorpen en kernen is het erg belangrijk dat dit vanuit de gemeente kan worden ondersteund. Daarom moet het beleid van cofinanciering en samen zoeken naar subsidiemogelijkheden worden uitgebouwd.
Mochten er onverhoopt bezuinigingen nodig zijn, dan stelt de ChristenUnie grenzen. Zo moeten de posten die rechtstreeks te maken hebben met het lenigen van de nood van individuele inwoners buiten schot blijven. Ook als het gaat om wettelijke kerntaken van de overheid, zoals veiligheid, is terughoudendheid bij het terugbrengen van het budget op zijn plaats.